Huishoudelijk medewerkers en schoonmakers binnen het verpleeghuis onderschatten vaak hoe belangrijk ze zijn voor infectiepreventie. ‘Het belang van hun werk moet worden erkend, maar ze moeten zelf ook het gevoel krijgen van mijn werk is belangrijk,’ zegt deskundige infectiepreventie Charlotte Michels van CareB4. ‘En zorgorganisaties moeten hen, net als de zorgmedewerkers trouwens, actief betrekken bij scholing en beleid. Zeker als het gaat over infectiepreventie.’
Carla Kranendonk is coördinator huishouding bij woon- en zorgcentrum Maanderzand in Ede. Binnen Maanderzand besteden ze de laatste tijd meer aandacht aan hygiëne en infectiepreventie via het programma Aanpak antibioticaresistentie in verpleeghuizen. ‘Wij worden daar als schoonmaak ook actief bij betrokken.’
Nicolet van Eerd was vanuit dat programma als adviseur actief bij Maanderzand. ‘Tijdens een sessie met ook Charlotte Michels hingen de huishoudelijk medewerkers aan haar lippen. Het waren voor hen allemaal enorme eyeopeners. Heel veel dingen dachten ze goed te doen, maar dat bleek ondanks alle goede bedoelingen toch niet het geval.’
De basis ontbreekt
De bijeenkomst was ’s avonds, vertelt Van Eerd. ‘Iedereen kwam gehaast binnen, maar binnen 5 minuten was iedereen er helemaal bij. Mensen willen heel graag leren en ontwikkelen. Vooral het feit dat ze zelf een bron van besmetting kunnen zijn, kwam binnen. Daar schrikken ze van. Maar het motiveert ze ook. Want door je werk goed te doen, kun je risico op besmetting juist verkleinen.’
Tijdens de bijeenkomst bij Maanderzand realiseerde Van Eerd zich dat verzorgende en verpleegkundige een basis hebben over hygiënisch werken en infectiepreventie. ‘Mensen die werken in de huishoudelijke dienst vaak helemaal niet. Zo weet binnen een zorgorganisatie lang niet altijd iedereen wat een resistente bacterie is.’
Regels gelden voor alle medewerkers
Schoonmaak is een steeds belangrijkere manier om de besmettingscyclus te doorbreken, legt Charlotte Michels uit. ‘Voor huishoudelijk medewerkers in een zorgorganisatie gelden daarom dezelfde algemene regels als voor zorgprofessionals als het gaat om hygiëne. Geen sieraden (persoonlijke hygiëne!), op het juiste moment handhygiëne en indien nodig gebruik van beschermende middelen (handschoenen en schort). Ze komen namelijk in contact met bevuild (en mogelijk besmet) materiaal. Sterker nog: ze zoeken het zelfs op en gaan het verwijderen.’
Deskundige infectiepreventie Michels was betrokken bij de ontwikkeling van een opleiding voor schoonmaakmedewerkers in de zorg. ‘In ziekenhuizen gebeurt er al van alles op dit vlak, maar veel mensen in de verpleeghuissector hebben daar nog geen weet van. En dat is ook niet gek. Van huishoudelijk medewerkers kun je niet zomaar verwachten dat ze zonder uitleg en instructie de juiste dingen doen. Schoonmaken is een stuk ingewikkelder geworden. Het is niet meer voldoende als je bijvoorbeeld 10 jaar geleden voor het laatst scholing hebt gehad, dat moet veel vaker.’
Meer aandacht voor scholing
Na die eerste bijeenkomst wilden ze bij Maanderzand meer trainingen en vaker met elkaar het gesprek aan gaan over infectiepreventie. ‘Dit jaar gaan we een uitgebreidere scholing doen,’ vertelt Carla Kranendonk. ‘Over de schoonmaak in de breedste zin van het woord, maar zeker ook over hygiëne. Over de routing bijvoorbeeld, want wat maak je het eerste schoon?’
Charlotte Michels geeft antwoord: ‘Vroeger ging het bij schoonmaken vooral om dat iets er schoon uitzag en lekker rook. Inmiddels weten we dat het bij schoonmaken gaat om het wegnemen van micro-organismen. De volgorde is daarbij ook van belang. De meeste medewerkers weten wel dat je van schoon naar vuil en van boven naar beneden moet schoonmaken, maar weten ze ook wat het vuilst of schoonst is in een ruimte? En handelen ze er ook naar? Vaak gebeurt dat niet bewust. Mensen moeten echt anders gaan werken. Volgens een nieuwe routine.’
Alles nieuw bij Maanderzand
Sinds kort werken ze bij Maanderzand met de microvezelmethode. En ze hebben speciale boxen met daarin doeken, emmers en schoonmaakmiddelen voor specifieke situaties. Met een chlooroplossing voor het norovirus bijvoorbeeld. Bij vervuilde kamers – na een ongelukje – gebruiken ze nu ook speciale doeken.
‘We hadden het geluk dat alles heel oud was en we dus in een keer konden vernieuwen,’ legt Kranendonk uit. ‘Daardoor kunnen we het hygiënisch werken in één keer goed oppakken. We krijgen ook nieuwe karren en kunnen straks schoon en vuil goed gescheiden houden.’
Kijk samen naar het proces
Carla Kranendonk denkt dat ze nu bij Maanderzand goed op weg zijn. ‘Pas als we straks alles op de rit hebben en een tijdje op deze manier werken, kunnen we weer verder kijken naar een vervolgstap. Je moet ook niet teveel in één keer willen doen.’ De belangrijkste tip die ze heeft voor andere organisaties is: maak regelmatig tijd vrij om naar het proces te kijken. ‘Waar ben je nu mee bezig? Hoe doe je dat? En is dat de goede manier? Je maakt schoon, maar maak je ook echt schoon?’